Myrna (48) en Kat (37) hebben drie dochters: één van negen, één van zeven en baby Oakley. Alle drie van dezelfde vader - een goede vriend van het stel. De eerste twee dochters heeft Myrna gedragen, maar de derde zwangerschap besloot Kat te ervaren.
‘Het was een hele fijne zwangerschap. Ik was niet misselijk en had eigenlijk nergens last van. Totdat ik precies 41 weken zwanger was en we voor een echo naar het UMC in Groningen gingen. De artsen zagen iets vreemds in de buik van Oakley en constateerden een hoge hartslag. Wat het precies was, konden zij lastig zien, omdat ze door twee buiken heen moesten kijken. Voor de zekerheid werd er besloten een spoedkeizersnede te doen,’ vertelt Kat. ‘Het voelde heel onecht,’ vult Myrna aan. ‘Dit was niet dezelfde wereld als gister. We zaten ineens in een achtbaan.’
Kat vertelt verder: ‘Er stond een heel team van dokters klaar. Het was een normale keizersnede. Dat wist ik, want één van onze andere dochters is ook met een keizersnede geboren. Oakley werd getest en nagekeken. Alles was verder in orde. Vervolgens werd ze verplaatst naar de NICU, de afdeling voor te vroeggeboren baby’s. Daar konden ze een echo maken van Oakley’s buik. Op de echo werd duidelijk dat er een tumor van zeven bij zeven centimeter bij haar nier zat. Heel heftig. De dag erna hebben Oakley’s zusjes haar nog even kunnen begroeten, voordat we met twee ambulances naar Utrecht werden gebracht. Eén voor mij, naar de kraamafdeling van het WKZ, en één voor de couveuse met Oakley, die opnieuw onderzocht moest worden met een echo en MRI.
Eén week later volgde een operatie van drie uur. Aan het eind kregen we een telefoontje van de chirurg; alles was goed gegaan en haar bijnier was gespaard gebleven. Nu was het wachten totdat ze zelf weer adem ging halen. De tumor was waarschijnlijk goedaardig, maar moest voor de zekerheid op kweek gezet worden. Na tien dagen konden de dokters pas zeggen of er verder nog een behandeling nodig was. Gelukkig kregen we goed nieuws!
Ondanks alles was het heel fijn in het Prinses Máxima Centrum. Er wordt met je meegedacht, alles wordt heel goed uitgelegd, bij de behandeling gaat er altijd iemand met je mee en het eten is heel lekker. De verpleegkundigen en medisch pedagogisch zorgverleners hebben ons zo goed geholpen. Iedereen wist wie we waren, want zo’n pasgeboren baby zien ze niet vaak. Zodra ze de Maxi-Cosi zagen, was het ‘Oh! Dat is Oakley!’
Het gaat nu erg goed met Oakley. Ze groeit goed, houdt haar warmte vast en de borstvoeding is goed op gang. Ze begint aan te komen. Eerst kon ze nog niet goed drinken, omdat de tumor haar maag wat beklemde. Nu wordt ze zo’n mooi, mollig baby'tje. Inmiddels zijn wij ook wat bekomen en kunnen we weer ademhalen. De komende twee jaar gaan we om de drie maanden voor controle naar het Máxima. Dat geeft een gevoel van veiligheid. En daar maken we gewoon een dagje uit van.’
‘Het was een hele fijne zwangerschap. Ik was niet misselijk en had eigenlijk nergens last van. Totdat ik precies 41 weken zwanger was en we voor een echo naar het UMC in Groningen gingen. De artsen zagen iets vreemds in de buik van Oakley en constateerden een hoge hartslag. Wat het precies was, konden zij lastig zien, omdat ze door twee buiken heen moesten kijken. Voor de zekerheid werd er besloten een spoedkeizersnede te doen,’ vertelt Kat. ‘Het voelde heel onecht,’ vult Myrna aan. ‘Dit was niet dezelfde wereld als gister. We zaten ineens in een achtbaan.’
Kat vertelt verder: ‘Er stond een heel team van dokters klaar. Het was een normale keizersnede. Dat wist ik, want één van onze andere dochters is ook met een keizersnede geboren. Oakley werd getest en nagekeken. Alles was verder in orde. Vervolgens werd ze verplaatst naar de NICU, de afdeling voor te vroeggeboren baby’s. Daar konden ze een echo maken van Oakley’s buik. Op de echo werd duidelijk dat er een tumor van zeven bij zeven centimeter bij haar nier zat. Heel heftig. De dag erna hebben Oakley’s zusjes haar nog even kunnen begroeten, voordat we met twee ambulances naar Utrecht werden gebracht. Eén voor mij, naar de kraamafdeling van het WKZ, en één voor de couveuse met Oakley, die opnieuw onderzocht moest worden met een echo en MRI.
Eén week later volgde een operatie van drie uur. Aan het eind kregen we een telefoontje van de chirurg; alles was goed gegaan en haar bijnier was gespaard gebleven. Nu was het wachten totdat ze zelf weer adem ging halen. De tumor was waarschijnlijk goedaardig, maar moest voor de zekerheid op kweek gezet worden. Na tien dagen konden de dokters pas zeggen of er verder nog een behandeling nodig was. Gelukkig kregen we goed nieuws!
Ondanks alles was het heel fijn in het Prinses Máxima Centrum. Er wordt met je meegedacht, alles wordt heel goed uitgelegd, bij de behandeling gaat er altijd iemand met je mee en het eten is heel lekker. De verpleegkundigen en medisch pedagogisch zorgverleners hebben ons zo goed geholpen. Iedereen wist wie we waren, want zo’n pasgeboren baby zien ze niet vaak. Zodra ze de Maxi-Cosi zagen, was het ‘Oh! Dat is Oakley!’
Het gaat nu erg goed met Oakley. Ze groeit goed, houdt haar warmte vast en de borstvoeding is goed op gang. Ze begint aan te komen. Eerst kon ze nog niet goed drinken, omdat de tumor haar maag wat beklemde. Nu wordt ze zo’n mooi, mollig baby'tje. Inmiddels zijn wij ook wat bekomen en kunnen we weer ademhalen. De komende twee jaar gaan we om de drie maanden voor controle naar het Máxima. Dat geeft een gevoel van veiligheid. En daar maken we gewoon een dagje uit van.’